Archief van: oktober 2018


Handhavingsverzoek luchtkwaliteit moet bij juist bestuursorgaan

Handhavingsverzoek luchtkwaliteit moet bij juist bestuursorgaan

Leven in een slechte luchtkwaliteit kan gezondheidsrisico’s opleveren. De Europese Commissie (EC) heeft daarom een Richtlijn luchtkwaliteit opgesteld met grenswaarden voor verschillende schadelijke stoffen in de lucht. Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in titel 5.2 (Luchtkwaliteitseisen) van de Wet milieubeheer (Wm). Hierin staan basisverplichtingen opgenomen zoals het beoordelen van luchtkwaliteit, rapportage en maatregelen. De maatregelen worden in Nederland met name vastgelegd in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Kunnen burgers de naleving van de luchtkwaliteitsnormen en maatregelen afdwingen aan de hand van een handhavingsverzoek aan de staatssecretaris? De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) laat zich daar in haar uitspraak van 17 oktober 2018 over uit. (meer…)

De beperking van burgerluchtverkeer boven Natura 2000-gebieden

De beperking van burgerluchtverkeer boven Natura 2000-gebieden

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is bevoegd om burgerluchtverkeer boven bepaalde gebieden zoals natuurgebieden tijdelijk of blijvend te beperken of te verbieden op grond van artikel 5.10, lid 1, Wet luchtvaart. Mag ook de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het burgerluchtruim boven Natura 2000-gebieden beperken om instandhoudingsdoelstellingen te behalen? De rechtbank Den Haag heeft deze vraag op 7 maart jl. bevestigend beantwoord. (meer…)

Wie behandelt een aanvraag voor een watervergunning als meerdere bestuursorganen bevoegd zijn?

water moni 4Op 3 februari 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een interessante uitspraak gewezen over de Waterwet. In deze uitspraak gaat de Afdeling in op de bevoegdheidsverdeling tussen bestuursorganen als sprake is van een handeling of een samenstel van handelingen ten aanzien waarvan meerdere bestuursorganen bevoegd zijn. In het verlengde daarvan gaat de Afdeling in op de vraag of bij de bepaling van het bevoegd gezag, van belang is ten behoeve van welk doeleinde de handeling primair plaatsvindt. (meer…)