Home Kennis De beperking van burgerluchtverkeer boven Natura 2000-gebieden

De beperking van burgerluchtverkeer boven Natura 2000-gebieden

15 mei 2018
Jim Zweers

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is bevoegd om burgerluchtverkeer boven bepaalde gebieden zoals natuurgebieden tijdelijk of blijvend te beperken of te verbieden op grond van artikel 5.10, lid 1, Wet luchtvaart. Mag ook de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) het burgerluchtruim boven Natura 2000-gebieden beperken om instandhoudingsdoelstellingen te behalen? De rechtbank Den Haag heeft deze vraag op 7 maart jl. bevestigend beantwoord.

Wat speelde er?

De staatssecretaris van Economische Zaken heeft bij besluiten van 11 november 2016 beperkingen gesteld aan de toegang van burgerluchtvaartverkeer tot verschillende Natura 2000-gebieden in Zuid-Holland en Zeeland op grond van artikel 20, lid 1 en 2, Nbw 1998 (oud).  Er mag niet lager worden gevlogen dan 1.000 voet (ca. 300 meter) boven de betreffende Natura 2000-gebieden. Daarmee beoogt de staatssecretaris de instandhoudingsdoelstellingen voor de aangewezen vogel- en diersoorten te behalen.

Vereniging Aircraft Owners and Pilots Association Netherlands (AOPA), Zeeland Airport B.V. en de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart gaan in bezwaar en beroep tegen de toegangsbeperkingsbesluiten. In beroep voeren zij onder andere aan dat de staatssecretaris van Economische Zaken onbevoegd was om dergelijke beperkingen te stellen, omdat deze bevoegdheid volgens hen exclusief aan de Minister van I en W toebehoort op grond van artikel 5.10, lid 1, Wet luchtvaart.

Sinds 26 oktober 2017 is niet langer de Minister van Economische Zaken, maar de Minister van LNV belast met de behartiging van aangelegenheden op het terrein van natuur. De Minister van LNV treedt daarom op als verweerder in deze procedure, als rechtsopvolger van de staatssecretaris van Economische Zaken.

Wat zegt de wet?

Artikel 5.10 lid 1 Wet luchtvaart bepaalt dat de Minister van I&W bevoegd is om burgerluchtverkeer te beperken of te verbieden boven bepaalde gebieden. Op grond van dit artikellid kan het burgerluchtverkeer worden beperkt om redenen van openbare orde en veiligheid of om andere dringende redenen, waarbij het uitoefenen van de luchtvaart en omstandigheden of gebeurtenissen op het aardoppervlak elkaar kunnen beïnvloeden.

De Minister van LNV kan de toegang tot Natura 2000-gebieden beperken vanwege instandhoudingsdoelstellingen op grond van artikel 2.5 lid 1 Wnb, in samenhang gelezen met artikel 2.10 lid 1 onder b Wnb. Niet is op grond van dit artikel vereist dat sprake is van een significante verstoring voor een Natura 2000-gebied, aldus de rechtbank. Om beperkingen aan de toegang tot een Natura 2000-gebied te stellen, is enkel vereist dat de beperkingen noodzakelijk zijn, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van deze noodzakelijkheid, komt het bevoegd gezag beoordelingsvrijheid toe.

Belangrijkste overwegingen van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat uit artikel 5.10 Wet luchtvaart niet volgt dat de minister van I&W exclusief bevoegd is om beperkingen aan het gebruik van het luchtruim te stellen. De minister van I&W kan op grond van die wet beperkingen stellen vanwege redenen van openbare orde en veiligheid en andere dringende redenen, waarbij het uitoefenen van de luchtvaart en omstandigheden of gebeurtenissen op het aardoppervlak elkaar kunnen beïnvloeden. In casu zijn de toegangsbeperkingen door de staatssecretaris van EZ (thans de minister van LNV) gesteld met een heel ander doel, namelijk het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden op grond van de Nbw 1998 (thans de Wet natuurbescherming). Van doorkruising van de bevoegdheid op grond van de Wet Luchtvaart is dan ook niet gebleken, aldus de rechtbank. De Minister van LNV is volgens de rechtbank dan ook bevoegd om beperkingen te stellen aan het luchtruim boven de Natura 2000-gebieden, wanneer dat gelet op de instandhoudingsdoelstellingen nodig is.

Conclusie

Volgens de rechtbank Den Haag is de bevoegdheid om beperkingen te stellen aan het gebruik van het luchtruim niet exclusief voorbehouden aan de minister van I&W. Ook de Minister van LNV kan volgens de rechtbank de uitoefening van burgerluchtverkeer boven bepaalde gebieden beperken of verbieden, wanneer dit noodzakelijk is voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden.

Link: Rechtbank Den Haag 7 maart 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:2665