Wabo – jurisprudentie – overige

Deze pagina geeft een overzicht van overige Wabo-jurisprudentie.

AbRvS 29 januari 2014, nr. 201305314/1/A1

Aan omgevingsvergunning mogen alleen voorschriften verbonden worden die nodig zijn met het oog op het belang dat voor de betrokken activiteit is aangegeven.

Ingevolge artikel 2.22, tweede lid, van de Wabo, voor zover hier van belang, worden aan een omgevingsvergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn met het oog op het belang dat voor de betrokken activiteit is aangegeven in het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2.10 tot en met 2.20 van de Wabo.

De aan de orde zijnde omgevingsvergunning is uitsluitend verleend voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo. De door appellante gewenste voorschriften zien niet op het bouwen, maar op het gebruik. Gelet op artikel 2.22, tweede lid, van de Wabo heeft de rechtbank terecht overwogen dat de door appellante gewenste voorschriften niet aan de omgevingsvergunning voor het bouwen mogen worden verbonden.

AbRvS 20 februari 2013, 201205191/1/A1

Melding artikel 2.25 lid 2 Wabo niet constitutief voor overgang vergunning.

De enkele overdracht van de gronden, waarop het project is voorzien, maakt niet dat degene op wiens naam de vergunning is gesteld, niet meer kan worden beschouwd als de uitvoerder van het project. Niet in geschil is echter dat de degene aan wie de gronden zijn overgedragen, niet slechts de onroerende zaken heeft gekocht, maar daarbij tevens in alle rechten en verplichtingen is getreden van degene aan wie de vergunning is verleend. Hieruit volgt dat, indien de onherroepelijk geworden bouwvergunning, die ingevolge artikel 1.2, eerste lid, onder g, van de lnvoeringswet Wabo wordt gelijkgesteld met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, zou herleven, deze van rechtswege overgaat naar de rechtsopvolger. Uit artikel 2.25, tweede lid, van de Wabo volgt niet dat de melding van de overdracht aan het bevoegd gezag voor de overgang van de vergunning constitutief is, doch slechts dat de aanvrager of de vergunninghouder verplicht is de overdracht te melden. Een andere opvatting strookt niet met de zakelijke werking die de overgang ingevolge artikel 2.25, eerste lid, van de Wabo heeft.

 

Share This