Home Kennis Invoeringswet Omgevingswet en digitalisering: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!

Invoeringswet Omgevingswet en digitalisering: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker!

16 mei 2017
Julian Kramer
,
Lianne Barnhoorn
en
Laura van der Meulen

Dit is het eerste deel van onze blogreeks Invoeringswet Omgevingswet. In deze reeks bespreken wij opeenvolgend verschillende onderwerpen van de Invoeringswet. In dit bericht staat de digitalisering centraal.

Digitalisering is helemaal van nu. Nog even en dan ligt de tijd dat archiefkasten uitpuilden toch echt achter ons. En dat is goed. Door te digitaliseren wordt het mogelijk om informatie gebruiksvriendelijk, voor een groot publiek en doeltreffend te ontsluiten. Niet voor niets vormt digitalisering een belangrijk onderdeel van de stelselherziening omgevingsrecht onder de Omgevingswet. De Invoeringswet Omgevingswet zet een belangrijke stap in het digitaliseringsproces.

Het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO)

Om de digitaliseringsslag te maken, bepaalt de Omgevingswet dát er een digitaal stelsel van informatievoorziening is, het zogenaamde DSO. Dat is mooi, maar hoe ziet dit stelsel er uit en hoe werkt het precies?

De IOw biedt meer duidelijkheid door handen en voeten te geven aan het DSO. Dit gebeurt door invoering van de artikelen 20.21 t/m 20.32 in de Ow. Deze artikelen vormen het geraamte waarlangs het DSO op- en uitgebouwd kan worden.

In de kern bestaat het DSO uit één digitale toegang (de Landelijke voorziening) waarin:

a) de bij amvb aangewezen omgevingsdocumenten voor een ieder ontsloten worden;.

b) overige bij amvb aangewezen (overige) gegevens voor een ieder ontsloten worden, en

c) een aanvraag kan worden ingediend of een melding kan worden gedaan.

Ontsluiten van omgevingsdocumenten

Bij amvb worden omgevingsdocumenten aangewezen. Deze omgevingsdocumenten moeten digitaal ontsloten worden. Concreet betekent dit dat straks bijvoorbeeld de (ontwerpen van) Omgevingsvisies, programma’s, omgevingsplannen, waterschapsverordeningen, omgevingsverordeningen en projectbesluiten digitaal raadpleegbaar moeten zijn. Door te werken met een amvb is het mogelijk om later andere documenten als omgevingsdocument aan te wijzen, waardoor ook deze documenten digitaal ontsloten moeten worden. Gedacht kan worden aan het bij amvb aanwijzen van de omgevingsvergunning als omgevingsdocument waardoor deze digitaal kenbaar is.

Voor het digitaal ontsluiten van omgevingsdocumenten wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde Register. In het Register worden alle omgevingsdocumenten en wijzigingen daarvan opgenomen en beschikbaar gehouden. Bij amvb kunnen regels worden gesteld over de inhoud van het Register. Voor het omgevingsplan wordt bijvoorbeeld voorzien dat niet alleen het oorspronkelijk vastgestelde Omgevingsplan en de wijzigingen raadpleegbaar zijn in het Register, maar ook een versie van het plan waarin alle wijzigingen tot op een bepaalde datum zijn verwerkt. Het gebruiksgemak is hiermee gediend.

Het Register moet steeds de meest actuele versie en status van omgevingsdocumenten bevatten zodat deze ontsloten kunnen worden via de Landelijke voorziening. Bestuursorganen zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van omgevingsdocumenten aan het Register. Deze verplichting geldt ook voor het aanleveren van wijzigingen in omgevingsdocumenten als gevolg van nieuwe besluitvorming.

Ontsluiten van overige gegevens

Naast omgevingsdocumenten kunnen ook andere gegevens, gegevensverzamelingen en informatieproducten bij amvb worden aangewezen als stukken die via de landelijke voorziening raadpleegbaar moeten worden. In vergelijking met het huidige systeem wordt daarmee een belangrijke stap gezet. Met één druk op de knop krijgt de gebruiker immers inzicht in de actuele situatie met betrekking tot de fysieke leefomgeving op een bepaalde locatie.

Voor het verzamelen van de gegevens roept de IOw zogenaamde “informatiehuizen” in het leven. Deze informatiehuizen brengen de gegevens bijeen rond de diverse onderdelen van de fysieke leefomgeving (zoals water, bodem, lucht, natuur etc.). In de informatiehuizen worden de gegevens vervolgens gevalideerd, bruikbaar gemaakt en ontsloten. Daarbij merken wij overigens op dat niet alle gegevens digitaal ontsloten moeten worden. Informatie waarop intellectueel eigendomsrecht rust (denk aan onderzoekrapporten van derden) hoeft bijvoorbeeld niet openbaar gemaakt te worden.

De informatiehuizen worden in de IOw ook aangewezen als de instanties die belast zijn met het opstellen van zogenaamde “informatieproducten”. Dit zijn digitaal ontsloten producten die een informatieve meerwaarde leveren ten opzichte van de brongegevens. Gedacht kan worden aan de generieke invoergegevens voor het berekenen van de luchtkwaliteit. In de toelichting bij de IOw worden ook toepassingen voor het geautomatiseerd uitvoeren van een meet- of rekenmethode waarmee de gevolgen van bijvoorbeeld een omgevingsvergunning kunnen worden doorgerekend (denk aan ARIUS, het rekeninstrument van de programmatische aanpak stikstof voor vergunningverlening en planvorming rond Natura 2000- gebieden), aangewezen als voorbeeld van een informatieproduct. Nadere regeling over de informatieproducten zal plaatsvinden in een ministeriële regeling.

Elektronisch aanvragen

Deze functionaliteit betreft de integratie van de functionaliteiten van het Omgevingsloket online (OLO), voor het elektronisch aanvragen van een omgevingsvergunning, en van de Activiteitenbesluit internetmodule (AIM) voor het doen van een melding. Daarbij gaat het overigens om meer dan een simpele omzetting, al was het maar omdat voor diverse activiteiten waarvoor thans nog geen gebruik wordt gemaakt van het OLO straks – na inwerkingtreding van de Ow – een elektronische aanvraag ingediend moet worden in het DSO.

Vanuit het DSO wordt de elektronisch ingediende aanvraag met de daarbij behorende stukken doorgeleid naar het bevoegd gezag voor de verdere afhandeling.

Kwaliteit en veiligheid DSO

Het gebruiksgemak van het DSO valt of staat met de kwaliteit van de daarmee ontsloten informatie. Om deze reden voorziet de IOw in een wettelijke basis in de Ow voor het vaststellen van zogenaamde standaarden voor omgevingsdocumenten. De standaarden vormen een blauwdruk waarlangs omgevingsdocumenten vormgegeven moeten worden. Daarmee wordt het mogelijk de omgevingsdocumenten te vergelijken, te aggregeren uniform weer te geven en zonder vervorming of fouten (digitaal) uit te wisselen. De standaarden worden op dit moment ontwikkeld door Geonovum, in samenwerking met het Kennis- en exploitatiecentrum voor officiële publicaties (KOOP).

De IOw biedt verder de grondslag om bij ministeriële regeling eisen te stellen aan de kwaliteit van overige door het DSO ontsloten gegevens, gegevensverzamelingen en informatieproducten. Daarbij gaat het niet alleen om eisen met betrekking tot de verpakking (zoals het bestandsformaat) maar ook om eisen die zien op de inhoud (denk aan herleidbaarheid en actualiteit van de gegevens). Ook hier zullen standaarden worden ontworpen.

Naast de kwaliteit is ook de veiligheid van de door het DSO ontsloten informatie essentieel. De IOw biedt een grondslag voor het beschermen van de in het DSO opgenomen informatie. Concreet wordt aansluiting gezocht bij de landelijke uitgangspunten voor informatiebeveiliging, die zijn gebaseerd op internationaal geldende beveiligingsstandaarden. Daarmee wordt bijvoorbeeld misbruik van gegevens voor terroristische doeleinden voorkomen.

Planning

Op moment dat de Ow in werking treedt (thans voorzien in 2019), moet gebruik gemaakt kunnen worden van hetzelfde niveau aan digitale voorzieningen zoals nu het geval is (Ruimtelijkeplannen.nl, OLO en AIM). In de periode tussen 2019 en 2024 wordt het DSO verder uitgerold en worden nadere keuzes gemaakt, bijvoorbeeld over de vraag of meer documenten – bijvoorbeeld omgevingsvergunningen – aangemerkt moeten worden als omgevingsdocumenten en daarmee digitaal ontsloten moeten worden via het DSO.

Daarmee is het DSO niet uit ontwikkeld in 2024. De IOw maakt duidelijk dat het DSO een open stelsel is. Er wordt een grondslag geboden om bij amvb gebruikerstoepassingen aan het DSO toe te voegen. Dit biedt de mogelijkheid het DSO verder uit te bouwen, indien de behoefte van de gebruikers van het DSO daarom vraagt.

Conclusie

Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker! Deze slogan kan ook toegepast worden op het DSO. De IOw maakt duidelijk dat het DSO voorziet in één digitaal stelsel waar burgers, bedrijven en overheden met een druk op de knop kunnen zien wat er op een bepaalde locatie wel en niet is toegestaan. Tegelijkertijd hebben zij toegang tot informatie over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, zoals gegevens over de water- of luchtkwaliteit ter plaatse. Met deze kennis kan vervolgens een vergunning worden aangevraagd of een melding worden gedaan. Dit vormt winst voor het gebruiksgemak.

Het gebruiksgemak wordt verder gediend doordat het DSO een ‘open stelsel’ bevat waarbij veel nader gereguleerd kan worden door middel van amvb’s en ministeriële regelingen. Hierdoor kan na inwerkingtreding van de Ow snel gestuurd worden op de werking van het DSO, indien signalen uit de praktijk of gewijzigde regelgeving daartoe aanleiding geven. Daarmee legt de IOw tevens een wettelijke basis voor een stelsel dat niet alleen helemaal van nu, maar tevens toekomstproof is!