Home Kennis Uitbreiding van een woning: een bijbehorend bouwwerk?

Uitbreiding van een woning: een bijbehorend bouwwerk?

24 juni 2015

Het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een vrijstaande berging. Appellant, die vlakbij het vergunde perceel woont, is het hier niet mee eens en gaat hiertegen in bezwaar, beroep en uiteindelijk hoger beroep. De vraag die de Afdeling in deze zaak beantwoordt, is of een eerder vergunde aanbouw als bijbehorende bouwwerk dient te worden aangemerkt?

Overwegingen

Het college stelt dat appellant geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het besluit op bezwaar omdat voor de berging, dankzij de inwerkingtreding van het Besluit van 4 september 2014 tot wijziging van onder meer artikel 2 van bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor), geen omgevingsvergunning meer nodig is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt echter anders.

Het oppervlak van de in een 2001 vergunde en gerealiseerde aanbouw moet volgens de Afdeling op grond van artikel 1 lid 1, bijlage II Bor worden meegerekend bij het totale oppervlak aan reeds aanwezige bijbehorende bouwwerken omdat de aanbouw een uitbreiding van het hoofdgebouw is. Het college dacht dat de aanbouw wel onderdeel was van het oorspronkelijke hoofdgebouw, omdat de aanbouw volgens hen integraal deel uitmaakt van de woning en de woning inclusief de aanbouw als oorspronkelijk hoofdgebouw zoals bedoeld in de Bor aangemerkt dient te worden.

Zoals de Afdeling in een eerdere uitspraak heeft overwogen, is volgens de nota van toelichting op het Bor het oorspronkelijk hoofdgebouw het gebouw zoals dat in eerste instantie is opgeleverd. Bepalend is dus niet de situatie zoals die in de loop der jaren is vergund. Weliswaar hebben na de oplevering ingrijpende verbouwingswerkzaamheden plaats gevonden, maar daarmee is geen nieuw opgericht gebouw of een wezenlijk ander gebouw ontstaan. Gelet hierop overschrijdt de totale op het perceel aanwezige oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken de maximum oppervlakte van 150 m² aan bijbehorende bouwwerken als bedoeld in artikel 2 van bijlage II Bor. Hierdoor is voor de berging, anders dan het college stelt, wel een omgevingsvergunning vereist en bestaat er voor appellant dus toch een belang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep tegen het besluit op bezwaar.

Het besluit op bezwaar is dus genomen in strijd met artikel 7:12 lid 1 Awb. De Afdeling ziet in het belang van een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding om het college op grond van artikel 8:51a Awb op te dragen om met inachtneming van alle betrokken belangen te onderzoeken of het,  met toepassing van artikel 2.12 aanhef en eerste lid Wabo in samenhang met artikel 4 aanhef en eerste lid van bijlage II Bor, bereid is een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan te verlenen. Het college dient het resultaat daarvan neer te leggen in een nieuw te nemen gemotiveerd besluit op het bezwaar.

Bron: ABRvS, 17 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1897

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Social tags