Home Kennis Standaardvoorschriften bij een van rechtswege verleende vergunning

Standaardvoorschriften bij een van rechtswege verleende vergunning

31 december 2015
Hans Besselink

In artikel 4:20e Awb staat dat als in een wettelijk voorschrift of in een beleidsregel is bepaald dat in een beschikking steeds bepaalde voorschriften worden opgenomen, deze voorschriften óók deel uitmaken van een beschikking van rechtswege. In haar uitspraak van 30 december jl. bevestigt de Afdeling dat dit niet anders is als het gaat om voorschriften, die deel uitmaken van een handreiking en handleiding, waarnaar in beleidsregels is verwezen.

Wat was er aan de hand

In artikel 2 van de Brandveiligheidsverordening 2010 van de gemeente Zundert staat dat een door het college van B&W verleende gebruiksvergunning nodig is, als een inrichting in gebruik is waarin meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn. Het college van burgemeester en wethouders van Zundert (hierna: het college) heeft op 20 april 2010 beleidsregels vastgesteld voor de invulling van dit artikel. In artikel 11 van de Beleidsregels “Voorschriften voor vergunningen ingevolge artikel 2 van de Brandbeveiligingsverordening” is bepaald dat bij het opstellen van voorschriften voor kampeerterreinen gebruik wordt gemaakt van de "Handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen" (hierna: de Handreiking), uitgegeven door onder andere de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (hierna: NVBR) en de "Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid van de NVBR van september 2003" (hierna: de Handleiding).

Fort Oranje, een exploitant van een kampeerterrein waarop regelmatig meer dan 50 mensen verblijven, heeft het college gelet op artikel 2 van de Brandbeveiligingsverordening 2010 verzocht om een gebruiksvergunning. Omdat het college niet tijdig had beslist op de aanvraag is de vergunning van rechtswege verleend op 27 juli 2012. Fort Oranje is vervolgens bij de rechtbank opgekomen tegen de voorwaarden die volgens het college van rechtswege aan de beschikking zijn verbonden.

Oordeel rechtbank

Volgens de rechtbank zijn de Handreiking en de Handleiding slechts uitgangspunten bij het opstellen van concrete voorschriften bij individuele gebruiksvergunningen. Ook overweegt de rechtbank dat geen sprake is van een vaste gedragslijn waarbij voorwaarden worden verbonden aan dit soort gebruiksvergunningen, enkel omdat het college nog niet inhoudelijk heeft beslist op andere aanvragen om een gebruiksvergunning. De rechtbank overweegt dan ook dat de brandveiligheidsvoorschriften uit de Handreiking en de Handleiding niet als standaardvoorschriften aan de van rechtswege verleende vergunning verbonden zijn. Het college gaat hiertegen in hoger beroep.

Oordeel Afdeling

De Afdeling geeft het college gelijk. Zij haalt eerst de Memorie van Toelichting bij artikel 4:20e Awb (hierna: MvT) aan. Daaruit volgt dat een beschikking van rechtswege is onderworpen aan dezelfde voorschriften die gelden voor een tijdig genomen beschikking. Er kan daarbij gedacht kan worden aan het geval waarin een gemeente aan een terrasvergunning standaard het voorschrift verbindt dat het sluitingstijdstip 23:00 uur is. Dit sluitingstijdstip geldt dan ook als de vergunning van rechtswege is verleend, zelfs wanneer in de aanvraag geen of een later sluitingstijdstip werd genoemd.

De door het college vastgestelde Beleidsregels over brandveiligheidsvoorschriften aan gebruiksvergunningen moeten naar het oordeel van de Afdeling zo worden begrepen, dat het college bij het opstellen van brandveiligheidsvoorschriften voor kampeerterreinen gebruik dient te maken van de Handreiking en de Handleiding. De Afdeling overweegt vervolgens dat het aannemelijk is dat het college ook bij het verlenen van reële gebruiksvergunningen voor andere kampeerterreinen eist dat ingevolge artikel 11 van de Beleidsregels aan de Handreiking en de Handleiding wordt voldaan. Verder bevatten de Handreiking en de Handleiding een complete set voorschriften die een minimumniveau voor brandveiligheid op kampeerterreinen vormen. Deze voorschriften zijn nodig om een brandveilig gebruik van het kampeerterrein te waarborgen. De situatie dat een kampeerterrein wordt geëxploiteerd op grond van een van rechtswege verleende gebruiksvergunning, zonder dat daarvoor brandveiligheidsvoorschriften gelden, is uit het oogpunt van brandveiligheid niet wenselijk en niet in lijn met het doel van artikel 4:20e Awb. Het doel van dit artikel is immers om onwenselijke gevolgen van een van rechtswege verleende vergunning tot aanvaardbare proporties te beperken. De Afdeling voegt daar aan toe dat de vergunninghouder kan opkomen tegen de van rechtswege verleende vergunning met voorschriften als hij het daar niet mee eens is.

De rechtbank kan dan ook niet worden gevolgd in haar conclusie dat de Handreiking en de Handleiding geen standaardvoorschriften zijn bij de gebruiksvergunning. Dit betekent voor Fort Oranje dat de van rechtswege verleende gebruiksvergunning is onderworpen aan de standaardvoorwaarden uit de Handreiking en de Handleiding.

Bron: AbRvS 30 december 2015, nr. 201407480/1/A1

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Contact

Hans Besselink
Hans Besselink