Home Kennis Risicoaanvaarding: de rechtspersoon als redelijk denkend en handelend ondernemer – niet de aandeelhouder

Risicoaanvaarding: de rechtspersoon als redelijk denkend en handelend ondernemer – niet de aandeelhouder

23 mei 2016
Jelmer Procee

In het planschade- en nadeelcompensatierecht bestaat geen recht op schadevergoeding, als op het moment van investeren de schadeveroorzakende maatregel voor een redelijk denkend en handelend  persoon voorzienbaar was. De Afdeling heeft in de onderhavige uitspraak geoordeeld dat de verkoop van aandelen in de rechtspersoon die eigenaar is van onroerend goed, niet op één lijn is te stellen met de verkoop van de onroerende zaak zelf.

Wat was er aan de hand?

De besloten vennootschap Sugar City is sinds 1978 eigenaar van gronden aan de Haarlemmerstraat 7 te Halfweg. De gronden zijn in 2000 verkocht door alle aandelen over te dragen aan de besloten vennootschap Cobraspen. Sugar City stelt ten gevolge van het Luchthavenindelingsbesluit (Lib 2003) schade te hebben geleden, nu het Lib 2003 een beperking van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de gronden in de omgeving van de luchthaven Schiphol inhoudt in verband met de uitbreiding van de luchthaven met een vijfde baan.

De besliscommissie van het Schadeschap luchthaven Schiphol (besliscommissie) heeft de aanvragen van Sugar City om vergoeding van die schade afgewezen. Volgens de besliscommissie is de aandeelhouder te vereenzelvigen met de rechtspersoon Sugar City. Toen Cobraspen de aandelen kocht in 2000 had zij dus rekening kunnen houden met mogelijke negatieve planologische ontwikkelingen.

Hoe oordeelt de rechtbank/Afdeling?

De negatieve planologische ontwikkelingen waren sinds 1996 voorzienbaar. Toch volgen de rechtbank Noord-Holland en de Afdeling de besliscommissie niet. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 13 oktober 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7480 overweegt de rechtbank dat uitgangspunt is dat de juridische entiteit als rechtspersoon los staat van die van haar aandeelhouders. De Afdeling oordeelt in hoger beroep dat de vraag of de schade voor een redelijk denkend persoon voorzienbaar was, gekoppeld is aan de vraag of dit voor de rechtspersoon die om schade heeft verzocht het geval is. Het speelt in het algemeen geen rol wie of welke (rechts)persoon aandeelhouder is van de juridische entiteit die verzocht heeft om schadevergoeding.

Voorts oordeelt de Afdeling dat bij de beantwoording van de vraag of sprake is van risicoaanvaarding de verkoop van de aandelen in de rechtspersoon die de eigendom heeft van de onroerende zaak en deze exploiteert, niet op één lijn te stellen is met de verkoop van de onroerende zaak zelf. Niet het roerend goed, maar de aandelen zijn overgedragen. Voor toepassing van risicoaanvaarding bestaat daarom geen grond. Dit wordt niet anders door het feit dat Sugar City destijds zoveel mogelijk van al haar vermogensbestanddelen is ontdaan en alleen het onderhavige bedrijfsterrein als bezitting overhield.

Consequenties van de zaak?

In deze uitspraak maakt de Afdeling duidelijk onderscheid tussen overdracht van onroerend goed door middel van koop, en overdracht van onroerend goed via het kopen van aandelen van de rechtspersoon die eigenaar is van het onroerend goed. In beide situaties blijft de peildatum de koop van het onroerend goed door de rechtspersoon, en niet de overdracht van aandelen. De nieuwe aandeelhouder kan dus geen risicoaanvaarding worden tegengeworpen, terwijl dat wel had gekund als er sprake was geweest van overdracht van onroerend goed door middel van koop.

Bron: AbRvS 18 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1349