Home Kennis Gedoogplicht versus Wegenverordening

Gedoogplicht versus Wegenverordening

16 augustus 2017

In het augustus-nummer van het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR) is een nootverschenen van Monique Rus-van der Velde en Karin Haan bij de uitspraak van de Afdeling van 17 mei 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1285).

In deze zaak was door de Minister aan de Provincie Noord-Holland een gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet privaatrecht opgelegd voor een hoogspanningsverbinding van TenneT. De Provincie had beroep ingesteld, omdat met TenneT reeds overeenstemming was bereikt. De Provincie had namelijk een vergunning op grond van de Wegenverordening verleend en privaatrechtelijk toestemming gegeven voor de aanleg en instandhouding van de hoogspanningsverbinding. De Provincie wilde echter niet instemmen met het vestigen van een opstalrecht, omdat de voorwaarden die TenneT stelde inhielden dat bij een mogelijke verlegging wegens een provinciaal belang de Provincie daarvoor de kosten zou moeten dragen. De Provincie stelde dat geen sprake is geweest van een serieuze en redelijke onderhandelingssituatie.

De Afdeling gaat niet mee in het beroep van de Provincie. Het vergunningstelsel op grond van de Wegenverordening noch de privaatrechtelijke toestemming bieden voldoende waarborg dat TenneT de percelen mag betreden, de werken daar kan realiseren en deze in de toekomst op een veilige wijze in stand kan houden, ook jegens rechtsopvolgers, zodanig dat de leveringszekerheid kan worden gegarandeerd. Het verlenen van de desbetreffende vergunningen en het verlenen van toestemming als eigenaar zijn niet op één lijn te stellen met het vestigen van een opstalrecht, zo oordeelt de Afdeling. Indien TenneT voorwaarden en bedingen hanteert waarvan zij niet wenst af te wijken, betekent dat niet dat het voorstel van TenneT op voorhand als onwerkelijk en onredelijk moet worden aangemerkt.

In de noot gaan Monique Rus-van der Velde en Karin Haan in op het systeem van de Wegenverordening, de gedoogplicht op grond van de BP, de jurisprudentie over de onderhandelingsplicht en de bijzondere positie van de Provincie.

De vindplaats van de noot is TBR 2017/132.

Deel dit artikel via LinkedIn en e-mail

Social tags