Home Kennis Evenement binnen een inrichting: waar moet allemaal rekening mee gehouden worden?

Evenement binnen een inrichting: waar moet allemaal rekening mee gehouden worden?

5 april 2019
Marije van Mannekes
en
Laura van der Meulen

In de bosrijke omgeving van Valkenswaard ligt aan de Victoriedijk het welbekende Eurocircuit. Op het circuit en op het motorcrossterrein wordt sinds een aantal jaren de Dakar Pre-proloog gehouden. Tijdens dit evenement, dat gemiddeld zo’n 20.000 bezoekers trekt, laten deelnemers van de Dakar Rally met motoren, quads, auto’s en trucks een voorproefje van hun kunsten zien. Inmiddels staat de zestiende editie op stapel. Dat daarvoor ook op omgevingsrechtelijk gebied het nodige geregeld moet worden, blijkt (opnieuw) uit twee uitspraken van de Rechtbank Oost-Brabant van 26 maart 2019.

Wat ging aan de zaak vooraf en wat speelt er nu?

Aanleiding voor de procedures is verzet tegen de evenementen die op het Eurocircuit georganiseerd worden. Het is overigens niet de eerste keer dat weerstand wordt geuit. Verontruste omwonenden hebben in het verleden meerdere verzoeken om handhaving ingediend, wat leidde tot een procedure die is geëindigd met een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 24 oktober 2018. Lees hierover ook ons eerder verschenen blogbericht. Vereniging Groen & Heem Valkenswaard voert bovendien meerdere procedures tegen de uitbreiding van het Eurocircuit, dat leidde tot onder andere de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 20 december 2018. 

Op 26 maart 2019 draaide het om twee procedures. De eerste procedure ziet op het verzoek om handhaving dat omwonenden indienden vanwege activiteiten die door de jaren heen op de beide circuits hebben plaatsvonden, maar de vergunning voor het in werking hebben van de inrichting van het Eurocircuit overschrijden. Zo zouden er meer activiteiten worden georganiseerd dan waar de vergunning betrekking op heeft en zouden de activiteiten de toegelaten openingstijden overschrijden. In het geldende bestemmingsplan zijn bovendien bedrijven die commerciële activiteiten ontplooien niet toegelaten, evenals de onderverhuur van beide circuits aan commerciële organisaties.

De tweede procedure ziet op de omgevingsvergunning strijdig gebruik waarmee het college Eurocircuit gedurende één dag het strijdige planologische gebruik van de gronden toestaat ten behoeve van de Dakar Pre-proloog. Hier stelde Vereniging Groen en Heem Valkenswaard onder meer aan de kaak dat het college deze vergunning niet met toepassing van de kruimelgevallenlijst had mogen verlenen. Daarnaast heeft de Vereniging gronden aangevoerd over de strijdigheid met de Structuurvisie Valkenswaard en ook met de in de Verordening Ruimte Noord-Brabant (VrNB) opgenomen zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving, het college eraan voorbij is gegaan dat het evenement plaatsvindt op gronden die in het verleden behoorden tot een vuilstortplaats en dat sprake is van strijd met de geluidsvoorschriften zoals deze zijn vergund in de Hinderwetvergunningen.

Vergunning voor het in werking hebben van de inrichting

Hoe zit het ook alweer met evenementen binnen een inrichting?

Wanneer evenementen niet in de openbare ruimte plaatsvinden maar binnen de reguliere activiteiten of de normale bedrijfsvoering van een inrichting (in de zin van art. 1.1 lid 1 van de Wet Milieubeheer) vallen, is voor zo’n activiteit geen evenementenvergunning nodig. Wel moet in dat geval in de vergunning die voor het in werking hebben van die inrichting is verleend, het een en ander zijn geregeld over evenementen. Bijvoorbeeld over het aantal toegestane bezoekers en muziek. Evenementen als de Dakar Pre-proloog met motorvoertuigen of andere gemotoriseerde voertuigen, zijn reguliere activiteiten van de inrichting van het Eurocircuit. Dit brengt dan ook met zich mee dat dit evenement binnen de grenzen van die vergunning voor het in werking hebben van de inrichting moet passen en dat deze vergunning dus niet overschreden mag worden en effecten binnen de vergunning toelaatbaar moeten zijn.

De vergunning van Eurocircuit

Voor het oprichten en in werking hebben van het Eurocircuit, te weten de asfaltbaan met bijbehorende voorzieningen op de desbetreffende locatie, heeft het college aan de Nederlandse Rallycross Vereniging een vergunning verleend. Ook heeft het college aan Motorsportvereniging Valkenswaard een vergunning verleend voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting tot het beoefenen van de motorsport op het motorsportcircuit, die ziet op de zandbaan met bijbehorende voorzieningen. Deze vergunningen zijn verleend op grond van de inmiddels vervallen Hinderwet, maar gelijkgesteld met een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Passen de activiteiten binnen de vergunning van de inrichting?

In de eerste zaak stelt de rechtbank dat het college allereerst had moeten onderzoeken of op de circuits rallycross of motorcross activiteiten plaatsvinden in afwijking van de situatie zoals aangevraagd en vergund in de gedateerde maar nog steeds geldende oude Hinderwetvergunningen. De beginselplicht tot handhaving brengt dit met zich mee. De rechtbank betwijfelt of met de activiteiten aan de relatief lage geluidsgrenswaarde uit één van de voorschriften uit de Hinderwetvergunningen wordt voldaan. Onder deze omstandigheden sluit de rechtbank niet uit dat voor de door omwonenden genoemde activiteiten eerst een omgevingsvergunning is vereist voor het uitbreiden van (bei)de inrichtingen.

Concreet zicht op legalisatie?

Het college stelt dat het nieuwe ontwerpbestemmingsplan Eurocircuit de activiteiten positief bestemd zijn waardoor sprake is van een concreet zicht op legalisatie.

De rechtbank is niet overtuigd van de stelling dat het nieuwe ontwerpbestemmingsplan Eurocircuit de activiteiten toelaat. Zo lijken activiteiten die verband houden met rallycross of motorcross en die meer omvatten dan acht uren per week niet positief te zijn bestemd. De rechtbank kan niet beoordelen of genoemde activiteiten binnen deze bestemming zijn toegelaten of dat de totale duur van de activiteiten daarvoor te lang is. Dit had het college uitvoeriger moeten onderzoeken, om zich ervan te vergewissen dat deze activiteiten ook in het ontwerpbestemmingsplan positief worden bestemd. In de uitspraak van 24 oktober 2018 heeft de Afdeling overigens ook al geoordeeld dat het gebruik vanwege de Dakar Pre-proloog van beide circuits in strijd is met het bestemmingsplan en het strijdige gebruik wat de aard en intensiteit betreft ook niet onder het overgangsrecht valt. Aan het ontwerpbestemmingsplan kan volgens de rechtbank daarom geen concreet zicht op legalisatie worden ontleend.

De omgevingsvergunning strijdig gebruik

Onvolledige aanvraag

Ten behoeve van de Dakar Pre-proloog heeft het college een omgevingsvergunning strijdig gebruik verleend voor het tijdelijk afwijkend gebruik van de gronden voor één dag (onderdeel 11 van artikel 4 van bijlage II bij het Bor). Hiermee is de op- en afbouw van de circuits voor het evenement over het hoofd gezien. De aanvraag voor de vergunning is daarmee volgens de rechtbank onvolledig, want deze heft de strijdigheid niet geheel op. Het college had de aanvrager hiervan op de hoogte moeten stellen.

Begrenzing van de kruimelontheffing tijdelijk afwijken

De ruimte om voor strijdig gebruik te volstaan met een zogenoemde kruimelontheffing (de in artikel 4 van bijlage II bij het Bor opgesomde gevallen), is met artikel 5, lid 6, van bijlage II bij het Bor sinds eind 2014 flink beperkt. Onderdeel 9 en 11 (de meest uitgebreide kruimelgevallen) mogen niet toegepast worden als een activiteit wordt genoemd in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit mer.

De aanleg, wijziging of uitbreiding van permanente race- of testbanen voor gemotoriseerde voertuigen is een activiteit die in de bijlage bij het Besluit mer wordt genoemd (categorie D.43). Hoewel het evenement gebruik maakt van de circuits die er al jaren liggen en er feitelijk dus niets verandert, komt de rechtbank tot het oordeel dat het evenement wel valt onder categorie D.43. De rechtbank acht van belang dat met de afwijking van het bestemmingsplan een tijdelijke wijziging van een reeds aanwezige permanente racebaan mogelijk wordt gemaakt en dat dit is aan te merken als de wijziging van een permanent circuit. Daarbij acht de rechtbank van belang dat in het bestreden besluit niet is bepaald dat na afloop van het evenement het circuit in de oorspronkelijke planologisch toegelaten staat moet worden teruggebracht en dat voor het nieuwe ontwerpbestemmingsplan (dat een rol speelt in de andere procedure) ook een MER wordt gemaakt.

Daarmee was het college niet bevoegd een vergunning met toepassing van onderdeel 11 van artikel 4 van bijlage II bij het Bor te verlenen.

Overige punten

Door slechts te benadrukken dat het gaat om een tijdelijke activiteit, heeft het college onvoldoende gemotiveerd hoe wordt voldaan aan de in de VrNB opgenomen zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Gelet op de omvang van de Dakar Pre-proloog en het aantal bezoekers had het college aandacht moeten besteden aan landschappelijke inpasbaarheid, zorgvuldig ruimtegebruik en de manier waarop rekening wordt gehouden met de bodemkwaliteit, waterhuishouding en de ecologische, aardkundige en landschappelijke waarden.

Het college heeft bovendien onvoldoende onderzoek verricht naar de gevolgen van de bodemkwaliteit als gevolg van de uit te voeren grondwerkzaamheden ten behoeve van het evenement. De ruimtelijke onderbouwing van het college is volgens de rechtbank te beperkt.

De rechtbank ziet verder niet in hoe het college met uitsluitend een omgevingsvergunning strijdig gebruik, de geluidsvoorschriften van de destijds verleende Hinderwetvergunningen waaraan de Dakar Pre-proloog moet voldoen, buiten toepassing heeft kunnen verklaren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening had het college moeten onderzoeken en motiveren of aan de geluidsvoorschriften in de Hinderwetvergunningen wordt voldaan.

Tot slot

Beide uitspraken tonen dat er nogal wat komt kijken bij het organiseren van een evenement op omgevingsrechtelijk gebied. Er zijn verschillende besluiten vereist, en bij ieder besluit kunnen diverse hobbels spelen. Het is dan ook van belang nauwkeurig na te gaan welke besluiten nodig zijn en welke onderzoeksplichten daarbij komen kijken, om te voorkomen dat een evenement geen doorgang kan vinden!

Bron: Rechtbank Oost-Brabant van 26 maart 2019 ECLI:NL:RBOBR:2019:1666 en ECLI:NL:RBOBR:2019:1667 en ons eerdere blogbericht.