Archief van: januari 2022


Niet verschenen belanghebbende kan toch in cassatie, procedurele complicaties rond olieverontreiniging

Niet verschenen belanghebbende kan toch in cassatie, procedurele complicaties rond olieverontreiniging

Martijn Scheltema behandelt in een vlog van drie minuten een zaak over de gevolgen van olieverontreiniging in de Rotterdamse haven. Onderdeel van het geschil is of het Internationale fonds voor het opruimen van olieverontreiniging mede gehouden is de daardoor ontstane schade te vergoeden. Die inhoudelijke vraag is in deze beschikking niet beantwoord, wel de vraag of het Fonds, dat eerder in deze verzoekschriftprocedure nog niet was verschenen, dat in cassatie wel kan en of het ook nog zelf cassatiemiddelen kan aanvoeren. (meer…)

Kunnen ook schepen worden aangemerkt als ‘afvalstoffen’? De Rotterdamse strafrechter geeft antwoord

Kunnen ook schepen worden aangemerkt als ‘afvalstoffen’? De Rotterdamse strafrechter geeft antwoord

Op grond van het Europees recht (Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (EVOA)) is het verboden om (verontreinigde) afvalstoffen zonder toestemming van het bevoegd gezag over te brengen van het ene land naar het ander. De ratio hierachter is om internationale transporten van afvalstoffen te kunnen volgen en reguleren, om zo ongewenste gevolgen of risico’s voor het milieu te voorkomen. In een interessante uitspraak van 30 november jl. buigt de rechtbank Rotterdam zich over de vraag of ook een zeewaardig geoordeeld zeeschip gezien kan worden als afvalstof, en wanneer precies sprake is van ‘overbrenging’ van afvalstoffen. (meer…)

Zeer spoedeisende bestuursdwang alleen bij zeer spoedeisende situaties, niet bij (mogelijke) geuroverlast

Zeer spoedeisende bestuursdwang alleen bij zeer spoedeisende situaties, niet bij (mogelijke) geuroverlast

Eén van de bestuursrechtelijke instrumenten die een bestuursorgaan ter beschikking heeft om overtredingen van de wet te lijf te gaan, is de oplegging van een last onder bestuursdwang. Daarbij deelt het bestuursorgaan de overtreder doorgaans schriftelijk mede dat na het verstrijken van de begunstigingtermijn, waarbinnen de overtreder zelf de kans krijgt de illegale situatie op te heffen, de benodigde maatregelen zal treffen. Indien een situatie echter zo spoedeisend is dat er geen tijd is om de overtreder zelf nog de kans te geven om de overtreding te beëindigen, kan een bestuursorgaan er op grond van artikel 5:31 lid 2 Awb voor kiezen om na het nemen van een besluit direct tot maatregelen over te gaan en spoedeisende bestuursdwang toe te passen. Wanneer er zelfs geen tijd is eerst een handhavingsbesluit op schrift te stellen, creëert artikel 5:31 lid 3 Awb de mogelijkheid zonder besluit en voorafgaande bekendmaking over te gaan tot zeer spoedeisende bestuursdwang. In een uitspraak van de Rechtbank Limburg van 10 januari jl. laat de rechter zich uit over de vraag of het college van gedeputeerde staten dit zware handhavingsinstrument had mogen toepassen op een terrein waar geuremitterend kunststofafval werd opgeslagen. (meer…)

Onderzoek overheid naar aanleiding van handhavingsverzoek dient in te gaan op alle onderdelen van dit verzoek

Onderzoek overheid naar aanleiding van handhavingsverzoek dient in te gaan op alle onderdelen van dit verzoek

Wanneer een bestuursorgaan een handhavingsverzoek ontvangt dat voldoende concreet is geformuleerd, moet het ingaan op alle onderdelen van dat verzoek. De controles die een bestuursorgaan uitvoert naar aanleiding van het handhavingsverzoek moeten dan ook op die verschillende onderdelen geënt zijn. In een uitspraak van 10 november 2021 maakt de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) duidelijk dat een bestuursorgaan daaraan niet zomaar voorbij kan gaan. (meer…)