Home Kennis Schadeclaims wateroverlast afgewezen door waterschappen

Schadeclaims wateroverlast afgewezen door waterschappen

1 december 2016
Jelmer Procee
en
Julian Kramer

De schadeclaims naar aanleiding van de extreme regenval in mei en juni zijn door de waterschappen Aa en Maas, Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei afgewezen. De waterschappen konden naar hun mening niets doen om deze schade te voorkomen.

De zorgplicht van het waterschap

Waterschappen hebben de taak om te voldoen aan de provinciale gebiedsnormen voor wateroverlast. Deze normen zijn opgenomen in de provinciale waterverordeningen, op grond van artikel 2.8 van de Waterwet. Deze normen bakenen de zorgplicht af die het waterschap heeft op het vlak van het voorkomen, dan wel beperken van ontoelaatbare wateroverlast door inundatie vanuit oppervlaktewater ten gevolge van neerslag. Deze grenzen bieden tegelijkertijd helderheid in het zogenoemde restrisico voor ondernemingen en hun eigen verantwoordelijkheid voor de bescherming van eigen percelen. Indien het waterschap niet heeft voldaan aan deze provinciale gebiedsnormen dan is het waterschap mogelijk aansprakelijk voor de schade ten gevolge van wateroverlast (zie recente uitspraak: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 8 november 2016).

Afwijzing

De waterschappen hebben de claims op verschillende wijze behandeld. Zo heeft Peel en Maasvallei de verzoeken op basis van grofmazig onderzoek afgewezen. Zij verklaren dat er pas specifiek naar de claims wordt gekeken indien er een civiele procedure wordt gestart. Roer en Overmaas hebben daarentegen onderzoek gedaan naar de stroomgebieden in relatie tot de individuele claims. Waterschap Aa en Maas heeft gekeken naar de omstandigheden van de individuele gevallen. De waterschappen komen echter allemaal tot een afwijzing van de schadeclaims.

Standpunten

De gedupeerden hebben felle kritiek op het handelen van de waterschappen. Zo zouden de sloten niet zijn gemaaid, het waterpeil te hoog zijn geweest en kon tevens het water niet snel genoeg weg. Daarnaast zouden de waterschappen ten tijden van de regenval niet adequaat hebben gereageerd. De waterschappen verwerpen deze kritiek en stellen dat hen geen blaam treft, zij konden immers niets doen om de schade te voorkomen. Waterschap Aa en Maas stelt dat zij in beginsel de schade zou vergoeden indien er sprake is van verwijtbaar handelen van het waterschap. Het desbetreffende waterschap stelt echter in een verklaring dat voldaan is aan de provinciale normen en daarmee voldaan is aan de zorgplicht. Van verwijtbaar gedrag en aansprakelijkheid is derhalve geen sprake, aldus Aa en Maas.

Hoe nu verder 

Na afwijzing van de schadeclaims hebben de gedupeerden nog de mogelijkheid om naar de civiele rechter toe te stappen om hun schade eventueel vergoed te krijgen. Zij kunnen dit doen op grond van de onrechtmatige daad op basis van art. 6:162 BW. De rechter zal in deze procedure zich uitlaten over de vraag of de waterschappen hebben voldaan aan hun zorgplicht. Vooral de discussie of de provinciale normen daarvan een volledige invulling zijn en de waterschappen daaraan voldaan hebben, zal interessant worden.