Home Kennis Zelf in de zaak voorzien: de kunst van een goed reparatievoorstel door de gemeente aan de Afdeling

Zelf in de zaak voorzien: de kunst van een goed reparatievoorstel door de gemeente aan de Afdeling

19 juli 2016
Daniëlle Roelands - Fransen
en
Tjalling Reijnders

De rol van de bestuursrechter is steeds meer gericht op finale geschilbeslechting. De Algemene wet bestuursrecht geeft de bestuursrechter hiertoe verschillende instrumenten, waaronder het zelf in de zaak voorzien. Uit de jurisprudentie van de laatste jaren blijkt – in lijn met de bedoeling van de wetgever –  dat de bestuursrechter steeds vaker gebruik maakt van de finaliseringsinstrumenten. Dit biedt mogelijkheden voor gemeenten om weeffouten in (bijvoorbeeld) bestemmingsplannen tijdens de procedure bij de Afdeling te herstellen. De raad kan daartoe zelf een voorstel doen en vervolgens de Afdeling verzoeken zelf in de zaak te voorzien. Dat betekent wel dat een goed voorstel moet worden gedaan dat de rechterlijke toets kan doorstaan. In een uitspraak van de Afdeling van 13 juli jl. is dit helaas niet het geval.

Wat was er aan de hand?

De raad van de gemeente Emmen heeft een bestemmingsplan vastgesteld dat voorziet in de bestaande en reeds bestemde activiteiten van het Sportlandgoed, en staat daarnaast maximaal 8 uur per week buggyrijden en 12 dagen per jaar buitenevenementen toe. Een appellant verzet zich tegen het plan omdat hij vreest dat de geluidoverlast die hij nu al ervaart, zal toenemen. Hij voert daartoe aan dat de geluidwal met een hoogte van 3 meter niet volledig aanwezig is, omdat de geluidwallen grotendeels zijn afgebroken of onder de 2,5 meter zijn ingezakt. De raad erkent de noodzakelijkheid van de geluidwallen voor een goed woon- en leefklimaat. De raad heeft echter tegen haar eigen bedoeling in abusievelijk de aanleg, het behoud en het herstel van de aarden wallen van 3 meter niet door middel van een voorwaardelijke verplichting in de planregels verzekerd.

De raad verzoekt de Afdeling zelf in de zaak te voorzien en in de planregels op te nemen dat als strijdig gebruik wordt aangemerkt het in gebruik hebben van gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van de aardenwallen zoals opgenomen in artikel4.1 en op de verbeelding.

Hoe oordeelt de Afdeling?

De Afdeling oordeelt dat deze door de raad geformuleerde voorwaardelijke verplichting, op het moment dat de aarden wal of een deel daarvan niet of niet langer geheel aan de bestemmingsomschrijving voldoet, tot het stilleggen van de gehele bedrijfsvoering van het Sportlandgoed zou leiden, waaronder ook activiteiten die niet of nauwelijks bijdragen aan de geluidbelasting. Elk gebruik van gronden en bouwwerken wordt dan immers verboden.

De raad heeft bij het voorstel om zelf te voorzien geen blijk gegeven van een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen van het Sportland. De Afdeling voorziet daarom niet zelf in de zaak maar draagt de raad op het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen met inachtneming van de uitspraak.

Een goed reparatievoorstel

In de onderhavige uitspraak kan het voorstel van de raad helaas niet de rechterlijke toets doorstaan en voorziet de Afdeling niet zelf in de zaak. Had de Afdeling dit wel gedaan, dan was de gemeente daarmee een hoop tijd en moeite bespaard gebleven. De raad had dan immers niet opnieuw een besluit hoeven te nemen. Het loont dus om goed en kritisch na te denken over de formulering van een voorstel tot reparatie van een gebrekkig besluit.

De raad van de gemeente Emmen had bijvoorbeeld kunnen voorstellen om in de planregels op te nemen dat de activiteiten die volgens het akoestisch onderzoek bepalend zijn voor de te verwachte geluiduitstraling van de inrichting naar de omgeving alleen mogen worden ondernomen indien aarden wallen met een minimale hoogte van 3 meter, ter plaatse van de aanduiding “geluidwal” worden aangelegd, behouden en hersteld. De raad had er ook voor kunnen kiezen om (slechts) het in gebruik nemen van het Sportlandgoed te koppelen aan het realiseren van de aarden wal van 3 meter hoog. Op dat moment hadden functies niet eerder in gebruik kunnen worden genomen dan nadat de aarden wal zou zijn gerealiseerd. Door  de locatie en uiterlijke verschijningsvorm van de aarden wal in de planregels van het bestemmingsplan vast te leggen zou als strijdig gebruik wel kunnen worden aangemerkt het afwijken van de locatie en verschijningsvorm van de aarden wal. Op dat moment zou immers wel gehandhaafd kunnen worden zonder de consequentie dat bij het afwijken of uitblijven van de aarden wal, de bedrijfsvoering stilgelegd zou moeten worden. Deze opties  geven blijk van een zorgvuldige(re) afweging van de betrokken belangen van het Sportland, en hadden wellicht een bestuurlijke lus gescheeld.

Achteraf praten is natuurlijk makkelijk, om die reden raden wij altijd een juridische check vooraf aan!

Bron: AbRvS 13 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1944